Als kind al verslond ik boeken. Op weg naar school, moest ik met de bus naar Slotervaart en had ik drie kwartier om te lezen. Ik zat meestal op het zelfde plekje in de bus. Al lezend vergat ik de tijd en iedereen om me heen. Een eigen wereld ging open. Soms keek ik even verbaasd op: waar ben ik, oh hier, hè jammer al bijna bij school. De tijd vloog om. Zo las ik per week 2 tot 3 romans. Ik las als een razende.
Liefde voor het lezen ben ik nooit kwijt geraakt. Er kwam wel een tijd dat ik minder las. Ik ging studeren. Het studenten leven nam zijn beslag, met studeren, uitgaan en feesten. En ik ging reizen. Maar helemaal zonder boeken kon ik nooit.
Ik weet nog dat ik 3 dikke pillen in mijn rugzak propte, toen ik naar Joegoslavië ging. Die boeken bleken toch een beetje te zwaar, helaas moest ik ze achter laten.
Er kwam een tijd dat het boek weer enorm belangrijk voor me werd. 17 jaar geleden werd ik geopereerd. Dat ging niet helemaal goed. Ik lag een half jaar plat. Daarna ging ik een jaar in revalidatie. Zonder vrienden en…. boeken om me heen had ik het niet gered!
Hoe kwam ik aan al die boeken die ik las? Van de Spaarndammer bibliotheek natuurlijk. Van kinds af aan leende ik daar mijn boeken. Je koopt geen roman per week, want dat is nogal een prijzige hobby. Zelfs voor iemand die modaal verdiend loopt dat aardig in de papieren.
Mijn ouders waren niet zo rijk. Ik kwam uit een arbeiders gezin. Mijn vader was Timmerman die zich inzette om de taalachterstand van arbeiderskinderen te verbeteren in Spaarndammerbuurt. Hij was voorzitter van de werkgroep onderwijsverbetering. Die bestond uit ouders, leerkrachten en gemeenteambtenaren. Zij maakten zich hard om voor o.a. taalprojecten met kleine groepjes leerlingen die in de bibliotheek werden gegeven. Deze werkgroep heeft 12 jaar bestaan.
Misschien zijn er geen arbeiderskinderen meer, maar wel kinderen met een taalachterstand, zoals van allochtone en straks van Poolse afkomst e.d. In plaats van de bieb te sluiten, zou er weer een onderwijswerkgroep moeten komen ter ondersteuning van deze kinderen. In die werkgroep kan de bibliotheek een centrale rol vervullen. Leerkrachten hebben vaak hun handen vol en geen tijd om extra aandacht te geven aan deze leerlingen. De tijden zijn veranderd, maar de noodzaak tot ondersteuning van kinderen met een taalachterstand zijn niet veranderd.
Hoe zit het met mij? Na mijn operatie ben ik ernstig beperkt gebleven. Ik kan niet lang staan en zitten. Naar een andere bieb gaan zou mij teveel energie kosten, dat kan ik niet opbrengen. Als de Spaarndammer bieb wordt gesloten dan zou ik geen boeken meer kunnen lezen.
Dus ben ik gelukkig met onze spaarndammer bieb. Even naar binnen wippen om te kijken of er weer nieuwe boeken zijn. En ja hoor, ik vind altijd weer wat van mijn gading. Dan loop ik blij met mijn geleende boek naar huis en denk: heerlijk weer een goed boek. Dus ik hoop dat ik nog heel lang boeken kan blijven lenen van de Spaarndammerbieb, mijn buurtbieb die al zo lang een belangrijke rol speelt in mijn leven.
Lia Beetstra
Geen opmerkingen:
Een reactie posten